05
jul

Jochem Dijckmeester PGB: “Problemen in de pensioensector zijn lange tijd niet benoemd”

Gepubliceerd op de website van PensioenLab

Meepraten over 25 miljard euro in een pensioenfonds op 35-jarige leeftijd, Jochem Dijckmeester laat zien dat het kan èn dat het nog leuk is ook. Vanuit de functie als directieadviseur bij UWV werd hij gevraagd deel te nemen aan het bestuur van het ondernemingspensioenfonds Pensioenfonds UWV. Inmiddels is hij gestopt bij UWV en vult hij de helft van de week met bestuurstaken bij PGB, dit doet hij naast zijn werk als belangenbehartiger bij de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ). Hoe is het om een pensioenfonds te besturen en waar liggen de uitdagingen?

Is het besturen van een pensioenfonds wat je er van had verwacht?
Ik vind de sector veel toegankelijker dan ik van te voren had gedacht. Als je de pensioenwereld van de buitenkant bekijkt lijkt het formeel. Dat is niet het beeld wat je krijgt als je er zelf in zit. Dit merkte ik ook toen ik voor toetsing ging bij de De Nederlandsche Bank (DNB). Ik had eerst het idee dat ik door de mangel zou worden gehaald, terwijl het eigenlijk een heel fijn gesprek was. Natuurlijk zijn ze wel streng want je bent als bestuurder persoonlijk verantwoordelijk. Bij PGB gaat het over zo’n 25 miljard euro, dan moet je ook toetsen dat mensen weten waar ze het over hebben. Het is geen ere baantje meer, maar ze waren heel vriendelijk en open.

Kun je kort zeggen wat je concreet doet op een dag?
Dat is heel afwisselend. Ik heb dagen dat ik bijna alleen maar in vergadering zit, dat zijn niet de meest inspirerende dagen, maar die horen er bij. Soms heb je dagen met commissievergaderingen en bestuursvergaderingen. Daar hoort ook een hoop leeswerk bij. Vanwege mijn portefeuilles public affairs en strategische communicatie praat ik daarnaast veel met mensen, ik ga op bezoek bij stakeholders en werkgevers, en ik doe bijvoorbeeld dingen samen met PensioenLab. Dat vind ik de leukere, energieke kant van mijn werk.

Is er iets waar je moeite mee hebt?
Ik vraag in ieder geval net zo lang door tot dat ik het snap. Ik ben geen actuaris dus als je echt kijkt naar de formules en rekensommen, die doe ik niet zomaar een twee drie na. Ik snap wel hoe de rekenmodellen in elkaar zitten en wat de uitkomst zegt. En als zaken lastig lijken dDan moet je gewoon uitleg vragen. Uiteindelijk moet ik het ook aan de deelnemers kunnen uitleggen.

Er zijn weinig jongeren lid van vakbonden, ze zijn daarmee indirect minder vertegenwoordigd. Hoe zie jij de toekomst van vakbonden in relatie tot pensioen?
Ik ben voorstander van een sterke vakbeweging. Of dat in de huidige vorm is weet ik niet. Ik maak me er wel zorgen omdat jongeren zich maar weinig vertegenwoordigd voelen. Het is wel een kip ei discussie want ze worden ook geen lid. Daarnaast verschilt het per sector en per vakbeweging.
Als bestuurder van een pensioenfonds word ik wel voorgedragen door een vakvereniging, maar het is mijn taak om op te komen voor de belangen van alle deelnemers.

Hoe kan het dat bestuurders van een pensioenfonds gemiddeld oud, blank en man zijn?
Ik leg zelf de verbanden met Raden van Besturen van bedrijven. Het is een stap die meestal later in de carrière komt. Daarmee verschilt de pensioensector niet heel veel van het bedrijfsleven. Het is ook wel een functie die wat van je vraagt. Ten tweede is het voor veel jongeren de perceptie van “kan ik dat wel?” En ik denk, ja, je kan het. Veel jongeren denken dat het een stijve formele wereld is, terwijl het niet zo is.

Volgens Jochem kunnen jongeren juist veel toevoegen in een bestuur:
Ik denk dat de uitdagingen waar we nu mee te maken hebben, die gaan over het stelsel van de toekomst en het eerlijk verdelen over generaties, een ander type bestuurder vraagt. Er is ook een tijd geweest dat het een beetje een gezapige wereld was. Alles ging goed, toen was met name beheer belangrijk. Er is nu veel behoefte aan innovatie. Zaken moeten van verschillende kanten bekeken worden. Niet alleen door mensen die naar financiële aspecten kijken, maar ook door mensen die meer naar de sociale aspecten kijken, zoals ik. Dus je kunt als jongere echt iets toevoegen als je je best doet en wilt.

Je kijkt met name naar de sociale aspecten, kun je dat iets meer toelichten?
DNB en de politiek communiceren soms zo dat het lijkt te gaan over financiële instellingen. Ik kijk naar pensioenfondsen als sociale instituties, vanuit arbeidsvoorwaarden. Het betekent dat ik met werknemers mee denk. Of vanuit een werkgever kijk naar de effecten voor het HR-beleid. Wat is een effect van een pensioenregeling op het deeltijdpensioen op latere leeftijd? Want dan kan pensioen gewoon bijdragen aan duurzame inzetbaarheid.

Het is voor mij een gedragsexperiment: als ik met jonge mensen ga praten over pensioen laat ik ze altijd even inloggen op hun eigen pensioenoverzicht. Dan merk je ook dat er een heleboel dingen nog onduidelijk zijn voor ze. Er leven een hoop mythes over AOW en pensioen, of ze denken dat ze alleen voor ouderen betalen. Het thema gaat meer leven.

Hoe gaan we de pensioenen betalen als er steeds minder werkenden zijn?
We hebben het altijd over de lage rente, maar het langer leven is ook heel duur voor pensioenfondsen. Dat is een van de geluiden waar je eerlijk over moet zijn. Ik zeg altijd tegen mensen die gepensioneerd zijn, “u heeft misschien betaald met een levensverwachting van, pak hem beet tachtig, maar u wordt inmiddels ruim 5 jaar ouder, en dat is duur”. Ik ben persoonlijk van mening dat langer doorwerken nodig is, maar we moeten wel kijken als samenleving wat we doen als het niet gaat. Het heeft weinig zin om de AOW-leeftijd te verhogen en mensen vervolgens in een arbeidsongeschiktheidsuitkering te krijgen of in de werkloosheidsuitkering.

Er liggen plannen waarbij mensen hun pensioen opbouwen in individuele potjes (Elke werkende spaart voor zijn eigen beleggingspot) Wat vind je hiervan?
The point of no return hebben we wel bereikt. Ik denk dat het goed is om naar het hybride systeem toe te werken dat nu bij de SER ligt. Bij de opbouwfase komt er dan een deel van jouw inleg op een persoonlijke rekening terecht. Dit moet wel met collectieve buffers zodat er nog wordt gewerkt met risico deling. Het zou vervelend zijn wanneer je alleen een eigen spaarpot hebt als er vlak voor jouw pensioendatum een beurscrash komt. Pech en geluk moet geen rol spelen bij pensioen, daarom geloof ik in het eerlijk delen van risico’s. We kunnen niet anders dan dit systeem gaan aanbieden. Of het beter is dan het systeem dat we nu hebben daar twijfel ik nog aan, maar in de beleving van heel veel mensen verdwijnt het geld nu in een hele grote pot.

Het is ook de bedoeling dat je zelf kan bepalen om tijdig te stoppen met opbouw of uit te keren?
Daar staan politieke partijen, maar ook experts, verschillend in. Het is ook lastig,. want welke ruimte moet je mensen geven? Als je echt aan mensen gaat vragen hoeveel keuze ruimte ze willen, dan blijkt dat best mee te vallen. In je jonge jaren een tijdelijke premie stop inbouwen heeft een veel grotere impact dan dat je dat doet op latere leeftijd, omdat het geld dat je in jongere jaren spaart langer kan renderen. Dus je moet mensen heel goed vertellen wat een keuze betekent en ook uitkijken dat mensen een keuze maken waar ze later spijt van krijgen.

De premie van PGB is laatst weer gestegen. Waarom moet dit?
Ons premiebeleid streeft naar een dekkingsgraad neutrale premie. Dat betekent dat wij volgens de wettelijke methodieken de minimale premie vaststellen, maar ook kijken naar de premiedekkingsgraad. De wettelijke minimale premie legt een bodem in de discussie: daaronder mag je sowieso niet. Maar met die wettelijke minimale premie kan het zijn dat je, zeker met de huidige lage rentestanden, feitelijk te weinig premie binnen krijgt. De premie beïnvloedt de dekkingsgraad dan negatief. Hoe evenwichtig is het om heel strak aan de grens te zeilen van een minimale premie, als je tegelijkertijd in een herstelplan zit? Je neemt een risico of de premie wel voldoende is. Het is geen populaire maatregel, maar ik durf hem wel uit te leggen. Zowel aan werknemers en aan werkgevers.

Als wij als pensioensector ergens last van hebben gehad is het dat we problemen in het verleden niet benoemd hebben. Net doen alsof het er niet is en uiteindelijk mensen moeten vertellen: “ohja, we hebben wel gezegd dat je dit opbouwt, maar misschien gaan we het wel niet redden.” Natuurlijk wil ik voorkomen dat werkgevers, door hogere premies, hun regeling gaan versoberen, daar tref je met name de actieve deelnemers mee. Daarom sta ik ook achter een premie die niet te snel kan oplopen, we groeien geleidelijk toe naar dekkingsgraad neutraal. Je moet echter wel eerlijk zijn met wat het kost om pensioen in te kopen.


Wat is het grootste probleem geweest van de pensioensector?

In het verleden was het heel ondoorzichtig voor mensen wat er beloofd was. Iedereen dacht dat pensioen een soort recht is wat je opbouwt waar niemand aan komt, maar dat is niet uitgekomen. Het is terecht dat mensen dan zeggen dat het ze nooit verteld is. Nu slaan we compleet door naar de andere kant. Als ik de krantenkoppen lees, lijkt het wel alsof morgen alles instort. Daarmee zet je weer een onzekerheid neer die ook geen recht doet aan de werkelijkheid. Ik denk dat we de balans weer moeten vinden.

Wat zijn de meest gehoorde vragen van deelnemers die je krijgt?
Het is voor mensen moeilijk om in te voelen wat het verschil is tussen een pensioenfonds en een individueel product bij een verzekeraar. En er is onduidelijkheid over pensioen regelingen voor zzp’ers. Ik vind het een gemis dat ik daar beperkt antwoord op kan geven omdat ons collectief systeem eigenlijk weinig ruimte biedt aan freelancers en zzp’ers. Daar moet echt verandering in komen.