01
sep

Interim bestuurder Diak: “Achteraf gezien was het wachten tot het uit de klauwen liep.”

Een ruzie in organisaties kan dramatische gevolgen hebben: dat bleek uit mijn artikel dat ik schreef voor De Focus over bestuursfalen binnen het Utrechtse Diakonessenhuis. In een jaar tijd vertrokken hier twee bestuurders en de inspectie stelde de instelling onder verscherpt toezicht. Hoe is het nu met de instelling? Wat vindt de huidige bestuursvoorzitter van zijn voorgangers? In een openhartig interview praat Arie van Alphen opmerkelijk kritisch o­ver zijn voorganger en de inspectie.

Wat was volgens u de oorzaak van de spanning tussen medisch specialisten en de Raad van Bestuur?
De aansluiting tussen praktijk en bestuur is in dit huis niet optimaal geweest en daar is de ruzie door ontstaan. Vorig jaar zomer is de situatie geëscaleerd het buiten kwam in een NOS uitzending. Het vervelende van dat item was overigens dat het leek alsof er problemen waren met een groep chirurgen, maar er speelden problemen tussen de medische staf en de Raad van Bestuur. Dat vertekende nieuwsbericht gaf aan hoe ruzieachtig de sfeer was, want als ik de bestuurder geweest was, zou ik op zijn minst op de volgende dag een advertentie in de krant laten plaatsen om dat bericht te laten corrigeren.

Hoe trof u het ziekenhuis aan bij u aantreden?
Toen ik hier binnen kwam merkte ik dat men niet met elkaar sprak. De medische staf en de Raad van Bestuur wilde alleen apart met mij praten, dus ik werd een soort postillon d’amour. Dat heeft er dus toe geleid dat de zittende raad van bestuur, in overleg, het pand verlaten heeft.

Je mag niet hopen dat er meer mensen ziek worden in de stad, opdat het ziekenhuis die groei zal doormaken.

Wat ging er volgens u verder mis in het Diakonessenhuis?
Als je dieper in de geschiedenis van de organisatie kijkt, zie je dat er eerder signalen waren dat er iets mis ging. De Raad van Bestuur heeft al een jaar of drie na hun aantreden een probleem gekregen met het Bestuur Medische Staf. Als uitkomst van een mediation traject is er een wekelijks overleg ingevoerd tussen het Bestuur Medische Staf en de Raad van Bestuur. Ook kwam er een decentrale werkstructuur. Een structuur is dienstbaar aan wat je wilt, dat zou niet de oplossing moeten zijn die uit mediation voort komt. Als een Raad van Bestuur na zo’n korte periode al een conflict heeft dat via mediation moet worden opgelost is dat het een slecht signaal.

Het tweede probleem zat volgens van Alphen in de bestuursstijl die de Raad van Bestuur hanteerde.
Je kunt wel decentraal verantwoordelijkheden en bevoegdheden neerleggen, maar als je vervolgens een autocratische stijl van besturen hebt en alles aan deze centrale tafel beslist, dan is dat strijdig. Als je zegt: ‘u mag het decentraal doen, u bent bevoegd als manager en u moet verantwoording afleggen’, dan moet je mensen ook de dingen in handen geven.

Uiteindelijk heb je een leuk mengsel waarbij je je afvraagt: op welk moment gaat dat uit de klauwen lopen?
Dat is vorig jaar gebeurd. Het liep eigenlijk al uit de hand op 13 mei vorig jaar, toen het bestuur een brief schreef naar de inspectie waarin stond: ‘ik kan het als bestuur niet aan’. Dat noem ik al een bestuurlijke kunstfout.

In de jaarverslagen is te lezen dat er overleggen ingevoerd zijn tussen het Bestuur Medische Staf en de Raad van Bestuur: in die zin lijkt er sprake van democratische samenspraak.
Ja, er zijn overleggen ingevoerd, maar die werden toen de ruzie ontstond per acuut gestopt. Dus dan praat je niet meer. Je kunt dat soort afspraken in openbare documenten vastleggen als in, ‘dit hebben we gedaan en zo gaan we het doen’, maar je moet het natuurlijk ook wel echt doen.

Hoe komt het dat de Raad van Bestuur voor een autocratische bestuursstijl koos?
Dat heeft met het karakter van de bestuurder te maken. Een stijl die niet bij je past ga je ook niet uitrollen. Een van de grote problemen van ziekenhuizen is dat er heel veel bestuurders op een stoel zitten die misschien toch niet honderd procent geschikt zijn voor die bestuurlijke functie, op die plek en op dat moment. Als iets niet gelukt is dan moet je er als bestuurder consequenties aan verbinden. Dat is hier dus niet gebeurd. Hier is een gevecht ontstaan. Er is nog een poging geweest om de zaak te laten onderzoeken door een externe commissie, maar dat werd bewust tegen gehouden en is pas van start gegaan toen ik binnen gekomen ben.

In het inspectierapport van december 2014 stond een citaat “Medische specialisten zijn de baas”. In hoeverre klopt dit?
Het was een samenspel. De leiderschapsstijl was zodanig dominant top down gedreven, dat alles wat je tot heden ten dage in deze organisatie ziet hier een verschijnsel van is. Dat heet in organisatietermen een ‘verwaarloosde organisatie’. Er was sprake van een autocratische, dictatoriale bestuursstijl. Het was niet meer anno 2015. Als je als bestuurder vindt dat dokters niet deugen, de baas willen spelen en het ziekenhuis alleen maar een faciliterend gebouw is waar dokters functioneren, ga je als arts ook een stelling innemen. Actie is reactie.

Wel, hebben oudere medisch specialisten, volgens Van Alphen, de neiging om een dominante positie in te nemen. Dit botst met de kritische houding die patiënten van tegenwoordig hebben.
Dit ziekenhuis is van 1844. Onze patiënten veranderen. Als wij de oude van dagen van 93 zien binnenkomen, knikken ze ja als de dokter iets zegt. We zijn wat heet mondiger geworden. De jongere vrouw of man wil er meer van weten en dat blijkt soms een uitdaging te zijn. Vooral als artsen inmiddels wat ouder zijn, zijn ze op een bepaalde statuur terecht gekomen.

 Er was sprake van een autocratische, dictatoriale bestuursstijl. Het was niet meer anno 2015.

De inspectie leek laat in te grijpen bij het Diakonessenhuis. Wat vindt u van de rol van de inspectie?
Dat je uitroeptekens en vraagtekens zet bij de rol van de inspectie, dat snap ik heel goed. Het opzeggen van vertrouwen in de Raad van Bestuur had de inspectie eerder kunnen doen dan pas in november. Alleen ik ben niet in de positie om hier specifiek iets over te zeggen.

De heer van Alphen is wel kritisch over de algemene werkwijze van de inspectie.
De inspectierapporten over dit ziekenhuis zijn interessant maar hoe ze nou aan de bevindingen komen? Bij de inspectie maak je mee dat ze maar met twee mensen in deze organisatie praten. Vervolgens heeft de inspectie een mening van hoe het zit. Maar twee personen op 2800 medewerkers is natuurlijk geen statisch verantwoorde steekproef. De inspectie kan nu binnenkomen en met een persoon spreken. Laten we nou net te maken hebben met een medewerker die vanochtend een lastig functioneringsgesprek achter te rug heeft, of ruzie met zijn vrouw had. Die dingen spelen ook een rol.

Wat heeft u – ten opzichte van uw voorganger – veranderd in het contact met medisch specialisten?
Met ze in gesprek zijn en elkaar serieus nemen. Dat betekent dus dat als er een specialist langs komt met de vraag of ik iets kan goedkeuren over hun begroting, dat ik dan zeg ‘dat ga ik niet doen’. Waarom zou ik daar nog extra toestemming voor moeten geven? Ik denk dan: ‘ik heb jou hiervoor aangewezen, ik vertrouw jou, je hebt de bevoegdheid dus als jij dat nodig vindt, doe het!

Ook heeft Van Alphen de doelen die zijn voorganger schetste bijgeschaafd.
Je mag niet hopen dat er meer mensen ziek worden in de stad, opdat het ziekenhuis die groei zal doormaken. De sfeer die in dit ziekenhuis heerste was: ‘we gaan tien procent groeien en daar gaan wij op presteren’. Daar gaat dit ziekenhuis terug naar de realiteit. Hier opereren wij bijvoorbeeld zo’n 3000 vrouwen op borstkanker, je kunt wel zeggen ‘ we willen er dit jaar 500 meer doen’, maar waar haal je die vandaan? De mevrouw die in Nieuwegein woont, gaat naar Sint Antonius. Moet je haar daar weg halen? Mijn voorganger was hierbij wat minder realistisch

U staat nog steeds onder toezicht?
Ja, het vervolg weten wij nog niet. Ik trad aan op het moment dat het ziekenhuis onder toezicht gesteld werd. Ik vond dat natuurlijk niet heel leuk. Je bent net als bestuurder begonnen en dan zegt de inspectie dat ze geen vertrouwen heeft in de organisatie. Dat ging over de voorgangers, maar dan nog. Wat ze ook vinden nu, de inspectie kan niet zeggen dat er niks veranderd is in deze organisatie. We doen alles samen. Als er een formele brief ondertekend moet worden, staat mijn handtekening er onder maar ook die van de voorzitter van de medische staf.

Dit interview is afgenomen in mei 2015. De inspectie heeft het in het december ingestelde verscherpte toezicht in juni met een halfjaar verlengd omdat zij de verbeteringen nog in de praktijk wil beoordelen. In dit rapport werd wel geconcludeerd dat de relatie tussen het bestuur medische staf en de raad van bestuur is hersteld. De Raad van Bestuur geeft in een reactie op het rapport aan van mening te zijn dat er “redelijkerwijs geen reden is tot voortzetting van het Verscherpte Toezicht”.